De gemeenteraad van Hoogeveen buigt zich in mei opnieuw over de komst van een uitgaanscentrum, compleet met casino. Drie politieke partijen werken achter de schermen al twee maanden aan een aangepast voorstel dat wel op een raadsmeerderheid kan rekenen. Het optimisme over de kans van slagen is erg groot.

VVD, GroenLinks en Leefbaar Hoogeveen hebben zich niet neergelegd bij het raadsbesluit, eind november vorig jaar, om vast te houden aan het verbod op speelhallen in Hoogeveen. Na een 'verhelderend gesprek' met de initiatiefnemers van het uitgaanscentrum over de noodzaak van een casino zijn de drie partijen een uitgebreide lobby gestart.

Met alle politieke partijen worden afzonderlijk gesprekken gevoerd. Het CDA is al bezocht. VVD, GroenLinks en Leefbaar Hoogeveen vinden dat Hoogeveen het zich niet kan permitteren om te wachten op een mogelijk gewijzigd politiek klimaat na de gemeenteraadsverkiezingen in 2006.

Albert Beijering (VVD): "Na afloop van die raadvergadering in november liep niemand met een goed gevoel rond. Want het buiten de deur houden van speelhallen betekende ook een streep door het plan voor een uitgaanscentrum op de plek van de afgebrande Mauritshof. En zo'n accommodatie juicht iedereen juist toe."

Aantrekkingskracht

Struikelblok bleek de koppeling met een casino, die volgens de initiatiefnemers noodzakelijk is. Volgens de drie partijen heeft amusementsbedrijf en grondeigenaar Krijco publiek en politiek onvoldoende geïnformeerd. Gerard Fidom (Leefbaar Hoogeveen): "Er waren veel misvattingen. Maar Krijco heeft heel goede argumenten voor zo'n casino. Dat is niet alleen wezenlijk voor de exploitatie, maar vergroot ook de aantrekkingskracht op mensen die wisselend vermaak zoeken."

Volgens Rolien van de Belt (GroenLinks) is het uitgaanscentrum in meerdere opzichten belangrijk voor Hoogeveen. "Economisch gezien, maar ook voor de uitstraling van deze gemeente."

Verhoudingen

Twee raadsleden die tegenstander van speelhallen waren moeten voorstander worden, bijvoorbeeld bij het CDA of Gemeentebelangen. In november was de stemverhouding 14 voor en 17 tegen de komst van speelhallen.

Bron: Dagblad van het Noorden (21-02-2005)