Na aanleiding van de schriftelijke vragen die gesteld zijn over de statistieken rondom huiselijk geweld, heeft het college gereageerd met de volgende brief:
Op 5 oktober heeft de fractie van GroenLinks schriftelijke vragen gesteld over huiselijk geweld. De vragen luidden als volgt (cursief) en de antwoorden zijn toegevoegd:
1. Weet u de oorzaak(en) van de toename van huiselijk geweld, met maar liefst met 77% in twee jaar?
Dat heeft te maken met het beter registreren van huiselijk geweld (HG) door de politie. Voor 1 januari 2013 registreerde de politie alleen huiselijk geweld zaken onder de noemer huiselijk geweld als betrokkene had aangegeven gebruik te willen maken van hulpverlening. Vanaf 1 januari 2013 is de instemmingsverklaring afgeschaft en registreert de politie altijd huiselijk geweld zaken met een zogenoemde HG code. Deze zaken worden rechtstreeks naar Veilig Thuis Drenthe (VTD) gestuurd. De problematiek is dus beter in beeld.
2. Wat heeft u ondernomen om het te voorkomen?
Omdat het probleem dus beter in beeld is en niet significant is toegenomen, is er geen specifieke inzet gepleegd. We continueren de inzet om recidive van huiselijk geweld te voorkomen.
3. Bent u bereid om de genoemde aanbevelingen uit te voeren?
Wij hebben regelmatig overleg met VTD, de politie en het voorliggend veld in Hoogeveen (Centrum Jeugd en Gezin, Stichting Welzijns Werk, Jeugdgezondheidszorg). Prioritering bij de politie van huiselijk geweld en deskundigheidsbevordering zijn dan onderwerpen die aan de orde komen.
4. In 2014 hebben 149 van de 196 meldingen niet tot een traject geleid. Ondanks uw toelichting waarom niet vinden wij dat aantal erg hoog. Bent u bereid om te pogen het aantal trajecten te verhogen en zo ja hoe wilt u dat doen?
Binnen de mogelijkheden die we hebben proberen we dat ook zeker. Maar wanneer er geen sprake is van een gedwongen kader en de betrokkene(n) geen hulp willen, is het niet mogelijk om iemand deel te laten nemen aan een traject.
5. Bent u bereid om huiselijk geweld te verminderen door het inzetten van extra professionals en het weer invoeren van een time-out woning?
Er is regelmatig overleg tussen gemeente, VTD en het voorliggend veld. Dit overleg is vooral procesmatig (afstemming VTD – voorliggend veld). De vraag om extra lokale inzet is nog niet aan de orde geweest. In de werkzaamheden is wel een prioritering aangebracht. Huiselijk geweld zaken waarbij kinderen zijn betrokken worden altijd opgepakt. De gemeente kent geen time-out woning. Dat is ook niet noodzakelijk. Met het instrument van het tijdelijk huisverbod wordt de agressor uit de woning gehaald voor een periode van minimaal 10 en maximaal 28 dagen. Daarnaast is er altijd nog de mogelijkheid om gebruik te maken van de vrouwenopvang in Emmen. Dat is een regionale voorziening.
6. Met welke organisaties heeft u overleg m.b.t. huiselijk geweld?
Met VTD, het CJG, Jeugdgezondheidszorg, de GGD, de SWW, de politie en de Drentse gemeenten
7. Is VVN (Verslavingszorg Noord Nederland) bij het protocol tegen huiselijk geweld en de hulpverlening betrokken?
Zo nee, wilt u dat bevorderen? Wanneer er bij huiselijk geweld sprake is van verslavingsproblematiek, wordt er door de hulpverlener contact gezocht met VNN.
8. Heeft u de SWW in staat gesteld om de daderhulpverlening uit te voeren ? Zo ja, op welke wijze ?
De SWW heeft de algemeen maatschappelijk werkers getraind op het gebied van daderhulpverlening. Deze taak ligt sinds 1 januari 2015 bij de SWW. In 2015, het overgangsjaar, kunnen de Drentse gemeenten nog een beroep doen op het Ambulante Forensische Psychiatrie Noord. Wij gaan ervan uit dat wij u hiermee voldoende hebben geïnformeerd.