Het water aan de lippen,

Na twee jaar corona-ellende kan iedereen zich wel wat voorstellen bij woorden als ‘infectielawine’ en de ‘besmettingscurve’. Als er één les getrokken kan worden uit de crisis van de afgelopen 2 jaar, dan is het wel hoe exponentiële groei werkt. Toch is het iets waar wij als mens ongelofelijk veel moeite mee hebben om adequaat op te acteren. Misschien ook logisch, want aan het begin van een curve zoals de zeespiegelstijging heb je helemaal niet door dat er in de toename iets compleet anders gaande is dan bij bijvoorbeeld de groei van je eigen kind. Vooruitdenken is ook niet bepaald iets waar de meesten in uitblinken. ‘Wie dan leeft, wie dan zorgt’ is niet voor niets een bekend spreekwoord.

We komen meestal pas in actie wanneer het water ons aan de lippen staat of, nog erger, wanneer het kalf is verdronken. De klimaattop die kortgeleden in Glasgow werd gehouden is hier weer een mooi voorbeeld van. Klimaatwetenschappers doorgronden maar al te goed de gevaren van exponentiële groei, maar politiek en ego zijn nu eenmaal compleet afgestemd op korte termijnbevrediging.

Gelukkig lijkt de  exponentiële groei ook van toepassing op het aantal mensen die zich zorgen maakt om de klimaatverandering. Waar in de jaren tachtig nog dikwijls meewarig werd gelachen om de drukte van een paar eenzame ‘geitenwollen sokken’, maakt tegenwoordig driekwart van de Nederlandse bevolking zich hier zorgen om. Niet alleen de klimaatverandering, maar ook zaken als het veelvuldig gebruik van vergif, de enorme megastallen en de ongebreidelde groei van de economie zetten steeds meer mensen hun vraagtekens bij.

Volgens mij is langzamerhand de tijd rijp voor echte veranderingen. Die liggen op langere termijn echt niet in nog meer windmolens on zonneparken. De enige oplossing die er werkelijk toe doet is consuminderen en ontspullen. Dat klinkt voor sommige bulkondernemers als rampspoed maar voor de westerse mens -en bedrijven, die gaan voor échte kwaliteit, is het meer een zegen.

Minder kopen betekent simpelweg minder geld uitgeven. Als gevolg hoef je minder te werken en heb je meer tijd over voor je kinderen en een groentetuintje. De economie hoeft minder hard te blazen en stoot minder vervuiling uit. Er ontstaat meer rust en vanuit die rust kun je beter nadenken, meer vriendschappen opbouwen en gezonder leven. De alsmaar groeiende kosten op de (jeugd)zorg zullen stagneren en op termijn afnemen. Mensen zullen weer meer elkaar kunnen én willen helpen en er worden bruggen geslagen over de diepe kloven die er in de samenleving zijn ontstaan.

Een utopie? Toen ik las dat zelfs hier in Hoogeveen, notabene door een accountant van het CDA,  het begrip brede welvaart werd geïntroduceerd werd ik wel een beetje blij. De bakens worden langzamerhand verschoven en steeds meer mensen gaan voor kwaliteit van leven voor iedereen, niet alleen nu maar ook in de toekomst. 

Met een groenrode groet,

Navelpluis