Naar aanleiding van de reacties vanuit de achterban en de conclusies die o.a. in de media (mede op basis van de beperkte reactie van het bestuur) verbonden zijn aan het vertrek van mevrouw Catharina van Hien voelt het bestuur van de afdeling GroenLinks Hoogeveen zich geroepen een aanvullende verklaring af te leggen. Door de korte en bondige reactie, bedoeld om verdere schade te beperken, is een aantal kanten van de zaak onderbelicht gebleven.  Met deze aanvulling op basis van een feitelijke weergave hopen we dat er een genuanceerder beeld ontstaat.

  • Al kort na de start met van mevrouw Van Hien als raadslid ontstaan de eerste scheurtjes in de samenwerking met het (toenmalige) bestuur.
  • Zowel door het provinciaal bestuur als door het afdelingsbestuur worden drie pogingen gedaan om de samenwerking te verbeteren. Een van die drie pogingen heeft plaatsgevonden met een externe mediator.
  • De situatie verslechtert na die derde poging zodanig dat het afdelingsbestuur in augustus 2019 in een brief aan mevrouw Van Hien kenbaar maakt dat er geen vertrouwen meer bestaat in een goede verdere samenwerking.
  • Intussen ligt er ook een aantal klachten van oud-steunfractieleden over de wijze waarop zij door mevrouw Van Hien behandeld zijn. Dit leidt onder andere tot het vertrek van het opvolgend raadslid.
  • In oktober 2019 stelt mevrouw Van Hien voor nog één poging te doen om de samenwerking te herstellen door bemiddeling van een externe commissie. Het bestuur  pakt die handschoen op en verzoekt de opdracht aan deze commissie te laten verstrekken door het Landelijk Bureau van GroenLinks. Er wordt door het Landelijk Bureau een commissie ingesteld van drie leden. Een lid op voordracht van de fractie, een lid op voordracht van het bestuur en deze beide leden stellen gezamenlijk een derde lid aan. 
  • De opdracht aan de commissie luidt: “Een analyse maken van de situatie zoals die nu ontstaan is. Onderzoek doen in hoeverre er bij alle betrokkenen een basis is om tot een werkbare samenwerking te komen. O.b.v. analyse en onderzoek formuleren van werkafspraken en andere aanbevelingen die moeten leiden tot een werkbare situatie. Deze werkafspraken en aanbevelingen met de beide partijen bespreken om tot bindende afspraken te komen.” In februari 2020 deelt de commissie het conceptrapport met drie voorgestelde oplossingsrichtingen:  
  • Spoor 1: Gezamenlijk bouwen aan de toekomst
  • Spoor 2: Onafhankelijk van elkaar bouwen aan een gezamenlijke toekomst (ieder doet zijn eigen werk conform het huishoudelijk reglement en de statuten)
  • Spoor 3: Opgaan in de regio om te bouwen aan een toekomstbestendig perspectief
  • Het bestuur van de afdeling geeft aan het Landelijk Bureau te kennen zich volledig te kunnen vinden in het advies van de commissie en zich in het belang van de afdeling in te zetten op basis van de weg zoals geschetst in spoor 2.
  • Het traject wordt in de tussentijd door mevrouw Van Hien getraineerd doordat ze voortdurend met andere onderzoeksvragen komt. 
  • In maart 2020 brengt de commissie haar definitieve rapportage en unaniem advies uit. Dit advies houdt in dat bestuur en fractie onafhankelijk van elkaar verder gaan. Het bestuur richt zich op de komende verkiezingen en de opbouw van de afdeling; de fractie richt zich op de politieke portefeuille. De afdeling Hoogeveen wordt daarbij ondersteund door een procesregisseur die ook de brugfunctie tussen bestuur en fractie vervult.
  • Dit advies wordt door de fractie niet geaccepteerd, hetgeen leidt tot de volgende reactie van het Landelijk Bureau:
    • "In het belang van GroenLinks Hoogeveen moet er een streep gezet wordt onder dit conflict en moet er weer gewerkt worden aan de opbouw van de afdeling en aan de voorbereidingen van de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Het conflict is hierin een belemmering.”
    • “Gebaseerd op de aanbevelingen en de onderbouwing van de commissie en op de reacties van het bestuur en de fractievoorzitter kan geconcludeerd worden dat er geen enkele kans is op een vorm van samenwerking tussen het bestuur en de fractie.”
    • “Gebaseerd op de aanbevelingen en de onderbouwing van de commissie en op de reactie van het bestuur kan geconcludeerd worden dat het bestuur de oplossingsrichting omarmt en bereid is om op een constructieve manier naar de toekomst te willen kijken.”
    • “Gebaseerd op de aanbevelingen en de onderbouwing van de commissie en op  de reactie van de fractievoorzitter kan geconcludeerd worden dat de fractievoorzitter de oplossingsrichting afwijst, een lange lijst van punten ter discussie blijft stellen en niet bereid is om op een constructieve manier naar de toekomst te kijken."
       
  • Bovenstaande is voor het bestuur aanleiding om op 24 april 2020 om zowel mevrouw Van Hien als de leden te informeren dat het bestuur definitief het vertrouwen in de fractievoorzitter opzegt.
  • Er zijn meerdere pogingen gedaan om, rekening houdend met de extra drukke tijd i.v.m. de selectie van nieuwe wethouders, tot een afspraak en datum voor een Algemene Ledenvergadering te komen. Mevrouw Van Hien weigert daar tijd voor vrij te maken. Het bestuur geeft haar daarop nog de gelegenheid om schriftelijk een bijdrage te leveren.
  • Tijdens de ALV die uiteindelijk op 21 oktober 2020 plaatsvindt in aanwezigheid van de voorzitter van het provinciaal bestuur en de voorzitter van de bemiddelingscommissie wordt een motie ingebracht door een van de leden. Deze motie behandelt het functioneren en het gedrag van mevrouw Van Hien (waardoor meerdere mensen binnen bestuur, steunfractie en oud-bestuursleden beschadigd zijn). De motie wordt met meerderheid van stemmen aangenomen en het bestuur wordt gevraagd om mevrouw Van Hien op de hoogte te stellen van de uitkomst en haar in overeenstemming met de motie namens de leden te verzoeken terug te treden als raadslid en haar zetel beschikbaar te stellen aan GroenLinks
  • Na 4 maanden komt hier, op 21 februari 2021, een reactie op van mevrouw Van Hien waarin het bestuur wordt beticht van haatzaaierij, voormalige fractie- en bestuursleden persoonlijk worden aangevallen en de leden die voor de motie hebben gestemd worden afgeschilderd als “jaknikkers”.
  • Na overleg hierover tussen het landelijk partijbestuur, het Landelijk Bureau, het provinciaal bestuur en het afdelingsbestuur wordt afgesproken dat er een officiële waarschuwing aan mevrouw Van Hien wordt verstrekt door het landelijk partijbestuur waarin o.a. wordt gesteld:
    • “Deze handelingen zijn zo ernstig, en niet opzichzelfstaand, dat het partijbestuur u hierbij een officiële waarschuwing geeft.”
    • “Mocht het nogmaals voorkomen dat de regels op deze manier overtreden worden dan zien wij ons genoodzaakt om, vanwege de schade die u toebrengt aan GroenLinks en de leden, vervolgstappen te ondernemen en een royementsprocedure te starten.”

Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat de stap die mevrouw Van Hien heeft gezet niet, zoals zij aangeeft, heeft gelegen aan de inzet van van het afdelingsbestuur of andere kanalen binnen GroenLinks. Met haar stap heeft ze wel voorkomen dat het afdelingsbestuur het partijbestuur zou verzoeken de royementsprocedure in gang te zetten. 

Echter, nu ze in tegenstelling tot de belofte bij haar aantreden als raadslid, haar zetel heeft meegenomen zal deze procedure alsnog worden opgestart. Zo kent deze kwestie uiteindelijk alleen maar verliezers. Hiermee zet het bestuur een definitieve streep onder deze situatie en gaat zich nu volledig richten op de afdeling en de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. 

Namens het afdelingsbestuur,

Harrie van der Meer, Voorzitter